De kernonderdelen van een vezellaserlasmachine zijn een laserbron, een vezelkabel, een lasbrander, een besturingssysteem en een koelsysteem. De laserbron wekt de laserstraal op, de vezelkabel transporteert deze, de lasbrander richt deze, het besturingssysteem beheert het proces en het koelsysteem voorkomt oververhitting.
Hieronder volgt een gedetailleerde uitleg:
Laserbron:
Dit is het hart van de machine, verantwoordelijk voor het genereren van de laserstraal. Meestal is dit een vezellaser, bekend om zijn hoge efficiëntie en straalkwaliteit.
Vezelkabel:
Deze kabel transporteert de laserstraal van de bron naar de lasbrander, waarbij het vermogensverlies over afstand wordt geminimaliseerd.
Lasbrander:
Dit onderdeel richt de laserstraal op het werkstuk, waarbij lenzen en spiegels worden gebruikt om de gewenste vleksgrootte en intensiteit voor het lassen te bereiken.
Besturingssysteem:
Dit systeem stelt de operator in staat om parameters zoals vermogen, snelheid en pulsafstand in te stellen om het lasproces te beheren.
Koelsysteem:
Vanwege het hoge vermogen van de laser is een koelsysteem, vaak watergekoeld, cruciaal om oververhitting van de laserbron en andere componenten te voorkomen.
Strahlingsafgiftesysteem:
Hoewel nauw verwant met de glasvezelkabel, omvat dit systeem ook eventuele aanvullende componenten die nodig zijn om de straal vanaf de vezel naar het werkstuk te sturen.
Optionele componenten:
Sommige machines bevatten mogelijk ook een robot voor automatisch lassen, een luchtvoorzieningssysteem voor het afdekkingsgas (zoals stikstof of argon) en een elektrisch systeem om alle componenten van stroom te voorzien.
Hot News